Op bezoek bij het vogelrevalidatiecentrum

Het Vogelrevalidatiecentrum in Zundert is een van de grootste opvangcentra voor wilde vogels en zoogdieren van Nederland. Charles Brosens richtte het centrum bijna 40 jaar geleden op. Inmiddels is zijn dochter Annemarie Brosens, die met het centrum opgroeide, beheerder facilitair en marketing.


‘Voordat ik hier kwam heb ik eerst 10 jaar in het theater als productievoorbereider gewerkt. In een bepaald opzicht leek dat wel op het werk dat ik hier doe. Het was ook veel plannen en regelen’, vertelt Annemarie. Inmiddels is ze alweer drie jaar beheerder facilitair en marketing van het Vogelrevalidatiecentrum en daar heeft ze nog geen dag spijt van gehad.

Die man dacht dat er een pinguïn bij hem in de tuin stond

Van kippenhok naar Vogelrevalidatiecentrum

‘Mijn jongste herinneringen aan het centrum zijn van toen ik een jaar of drie was’, vertelt Annemarie. ‘Mijn vader is met het centrum begonnen toen hij van iemand uit de buurt een telefoontje kreeg. Die man dacht dat er een pinguïn bij hem in de tuin stond. Later bleek dat een alk te zijn. Destijds was er nog niet echt iets waar je zo’n dier dan heen kon brengen. Dus toen heeft hij samen met een aantal vrienden van de Vogel- en natuurwerkgroep Zundert plannen gemaakt voor het realiseren van een Vogelrevalidatiecentrum. Twee gekregen noodlokalen en een stuk kippenhok werden omgebouwd en in 1980 werd het centrum officieel geopend.’

Inmiddels is het Vogelrevalidatiecentrum dus flink gegroeid en werkt er een team van 120 vrijwilligers en 4 parttimers. ‘We krijgen enorm veel dieren binnen, al verschilt dat ook wel per seizoen. We hebben dit jaar al 7000 dieren opgevangen, denk ik. Vooral de zomer is een drukke periode, dan zitten we soms aan 100 dieren per dag.’ Gelukkig heeft Annemarie nog nooit meegemaakt dat het centrum het werk niet aankon. ‘Mocht het een keer voorkomen dat we echt geen plek meer hebben, dan vragen we andere centra om hulp.’

Stekelvarken

Annemarie vertelt met groot enthousiasme over het werk en de dieren die hier dagelijks binnenkomen. Soms blijken die dieren echt een verrassing te zijn. ‘Het gekste dat ik ooit heb meegemaakt was een stekelvarken, die beesten leven namelijk niet in Nederland.’ Toch was de dierenambulance er met eentje aan komen zetten. ‘Dat was wel weer eens wat anders, we moesten echt een plank voor de deur zetten omdat die dieren stekels afschieten als ze boos worden.’ Uiteindelijk is het stekelvarken naar stichting AAP gebracht.

‘We hebben laatst ook een stel jonge eendjes binnen gekregen. Een van onze eenden, een grote loopeend, is bang voor hen. Dat is ook wel heel grappig, om dan te zien dat zo’n grote eend bang is voor een paar van die kleine, pluizige eendjes.’

‘Een bijzondere patiënt was ook een zeearend die gevonden was in de Biesbosch. Hij kwam met vergiftigingsverschijnselen in het centrum binnen en was op sterven na dood. Na een intensieve verzorging is hij terug in de Biesbosch losgelaten. De afgelopen jaren heeft deze zeearend succesvol gebroed en dat is toch wel echt waarvoor we het doen!’

Echt geweldig dat ook kinderen zo bezig zijn met de natuur

Oehoes 

Afgelopen zomer kwam het Vogelrevalidatiecentrum flink in de belangstelling vanwege het oehoeverblijf dat geopend werd. ‘Dat is toen best wel groot opgepakt door de media, ja. Dat kwam doordat er toen ook al een discussie gaande was over het houden van uilen en het dierenleed dat dit vaak veroorzaakt. Dat is ook de reden waarom het gros van de oehoes bij ons terecht komt. Voor het houden van Oehoes heb je zogenaamde Cites-papieren nodig. Wanneer deze niet in orde zijn of het dier leeft in een erbarmelijke situatie dan wordt zo’n oehoe in beslag genomen door de politie. Het is ook voorgekomen dat de dieren losgelaten worden op het moment dat de eigenaar ze niet meer wil. Oehoes die met de hand zijn opgevoed, hebben vaak gedragsproblematiek en kunnen agressief zijn. Als deze vogels dan losgelaten worden of ontsnappen krijg je problemen net als de terror-oehoe die een paar jaar geleden in het nieuws was.’

In principe is het Vogelrevalidatiecentrum een tijdelijke opvang, maar de oehoes die momenteel in het centrum zitten gaan daar waarschijnlijk niet meer weg. Daarom is ook een mooi, ruim verblijf voor de vogels gebouwd. ‘Er is wel een herplaatsingsprogramma’, legt Annemarie uit. ‘Maar wij gaan daar niet over, dat wordt gecoördineerd vanuit de overheid. Daarbij is er echt een overschot aan Oehoes in Nederland, dus als deze vogels niet ergens anders geplaatst worden, dan mogen ze bij ons blijven.’

Dankbaar

‘Dit werk is gewoon heel dankbaar’, legt Annemarie uit. Zelf zit ze veel op kantoor en heeft ze vaak niet veel tijd om met de dieren bezig te zijn. ‘Maar als ik dan na een lange dag op de computer er even tussenuit wil, maak ik een wandeling door de tuin of loop ik naar de jonge eekhoorntjes of egeltjes als het voedertijd is. Dan help ik even mee met voeren, dat is echt wel heel ontspannend.’ 

Vooral het resultaat van al het werk vindt Annemarie mooi om te zien. ‘Als je dan zo’n dier hebt verzorgd en weer op hebt weten te lappen en dan uit mag zetten, dat is natuurlijk prachtig. Er zijn zo veel mensen die zich echt betrokken voelen bij ons en ons werk. We hebben heel veel vrijwilligers die zich enorm inzetten, maar ook mensen die de moeite nemen om een dier te helpen en te brengen kunnen bijzonder zijn. Er bellen wel eens kinderen, die dan op weg zijn naar school en een dier hebben gezien dat er dan niet helemaal goed uitziet. Echt geweldig dat ook kinderen zo bezig zijn met de natuur.’

Tekst: Tess Mutsters
Beeld: Vogelrevalidatiecentrum Zundert